Zoon overlevende onderzoekt oorlogsgeschiedenis van zijn
vader
De begraafplaats in Kropswolde werd regionaal tv-nieuws toen
de zoon van een in de Tweede Wereldoorlog neergestorte militair wilde weten wat
zijn vader was overkomen. Hij ging op onderzoek uit.
Rondom de Hervormde kerk in het Groningse dorp Kropswolde ligt een begraafplaats. Wie voor de kerk staat, ziet rijen grijze en zwarte zerken, met daarvoor een rijtje opvallend afstekende witte zerken, de oorlogsgraven. Twee vlak naast elkaar, waaronder één kist is begraven omdat de stoffelijke resten van de twee militairen onherkenbaar waren, en drie met een ‘eigen’ kist eronder. Onlangs ging Engelsman Keith Robertson, zoon van een neergestorte vlieger, in Nederland op zoek naar de oorlogsgeschiedenis van zijn vader. Op de regionale zender RTV Noord vertelde Robinson dat zijn vader een van de twee overlevenden was toen een Britse bommenwerper op 20 februari 1944 neerstortte bij Kropswolde. Vijf bemanningsleden kwamen daarbij om het leven.
Eerste aanvalsvlucht
Robertson senior, inmiddels overleden, heeft thuis weinig
verteld over zijn oorlogsbelevenissen. Zoon Robertson achterhaalde tijdens zijn
verblijf in Nederland wat er gebeurd is. Als onderdeel van de grote
luchtcampagne ‘Big Week’ stegen in februari 1944 921 toestellen op om Duitsland
aan te vallen. Van die bommenwerpers kwamen er maar 842 terug. De rest, met zo’n
550 vliegers aan boord, stortte neer. Het vliegtuig dat die nacht bij
Kropswolde terechtkwam, is waarschijnlijk al boven Noord-Duitsland geraakt. Voor
de zeven bemanningsleden, negentien tot vierentwintig jaar oud, was het de allereerste aanvalsvlucht. Het type vliegtuig, een
Lancaster, stond erom bekend dat inzittenden het toestel in geval van nood
moeilijk konden verlaten. De vijf slachtoffers die bij de kerk in Kropswolde zijn
begraven, zijn omgekomen in het exploderende vliegtuig.
Stille omgang
De Stichting Bijzondere Begraafplaatsen Hoogezand-Sappemeer
e.o. beheert de begraafplaats. "We bestaan bijna 32 jaar”, vertelt contactpersoon
Margriet Topper. "De stichting bestaat uit vrijwilligers en is destijds
opgericht om de zes begraafplaatsen van de stichting te onderhouden.” Wie nu
denkt dat die vrijwilligers met hark en schoffel de begraafplaats bewerken,
heeft het mis. Ze zijn geen van allen piepjong en hebben administratieve en
communicatieve taken. "We vragen een kleine bijdrage aan nabestaanden”, legt
Topper uit. "Daarvan huren we een bedrijf in dat het gras maait en de hagen
snoeit. De contactpersonen houdt het netjes en helpt nieuwe klanten een plekje
te kiezen voor hun toekomstige graf.” Het onderhoud van de graven zelf is voor
de nabestaanden of de Oorlogsgravenstichting. Wanneer er iets forser onderhoud
van de begraafplaats noodzakelijk is, wordt het dorp ingeschakeld. "Als er
nieuwe schelpen op het pad moeten worden verspreid, is er altijd hulp genoeg”,
zegt Topper. "Dan kom ik tegen koffietijd langs met koffie en koek.”
Omgekeerd is de begraafplaats ook betrokken bij het dorp. "Op
4 mei houden we een ‘Stille omgang’ met de kinderen van de basisscholen. Ze
lopen dan, echt muisstil, over het pad, helemaal om de begraafplaats heen en
dragen gedichten voor bij de oorlogsgraven. De gemeente zorgt dat er een krans
ligt.”
(Gepubliceerd in Vakblad Uitvaart)
Gonneke Bonting| gonneke@gonnekebonting.nl |0651462002