De dag van Rob Ramakers
‘Er zijn dingen die ik nooit meer kwijtraak’
Elk jaar is 1 juni de Dag van het laatste afscheid. Een dag
waarop aandacht wordt gevraagd voor het werk van Rob Ramakers en zijn
collega’s. Rob is medewerker postmortale zorg, thanatopracteur en
obductie-assistent bij Cura Mortu Orum Mortuariabeheer b.v. (CMO).
"Een doorsnee werkdag begint om zeven uur met de overdracht
door de nachtdienst. Hier in Limburg werkt CMO in drie ziekenhuizen. Ik verzorg
daar de overledenen, waarna ze in de koeling wachten op de uitvaartondernemer. Elke
overledene is anders. Een oude dame met een kort ziekbed vraagt een andere
verzorging dan iemand die overlijdt na een maandenlang ziekbed met veel
medicijnen. Het mortuarium van het ziekenhuis in Roermond doet tevens dienst
als politiemortuarium. Daar komen onder meer slachtoffers van ongevallen en
suïcide binnen. Behalve de laatste verzorging doe ik ook thanatopraxie en ben
ik obductie-assistent. Dat laatste vind ik supermooi werk, die puzzel in de
anatomie. Voor de patholoog komt, haal ik de organen uit het lichaam en samen
zoeken we daarna naar de doodsoorzaak. Soms is die vrij snel duidelijk, andere
keren is het resultaat teleurstellend. Maar dan hoor ik vaak later wel van de
patholoog welke doodsoorzaak hij tijdens microscopisch onderzoek heeft
gevonden.
Nadat ik twee jaar bij een uitvaartonderneming had gewerkt,
heb ik twintig jaar geleden heel bewust gekozen voor het werken achter de
schermen. Ik werk met een overledene zoals ik wil dat
ikzelf of mijn naasten worden behandeld, respectvol. Ik praat wel met
‘mijn’ overledenen. 'Wat hebt u vieze nagels, die ga ik even schoonmaken', zeg
ik dan. Dat gebeurt automatisch."
Kinderen
"Over het algemeen werk ik alleen, maar gedurende de dag
heb ik tussendoor vaak contact met nabestaanden, verplegers en
uitvaartondernemers.
Ik neem mijn werk niet mee naar huis, al zijn er dingen die ik nooit meer kwijtraak. In 2002 zijn bij
een grote woningbrand in Roermond zes kinderen om het leven gekomen. Samen met
een collega ben ik van vijf uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds met de kinderen
bezig geweest. Tien jaar later werd er een documentaire uitgezonden over die
brand. Toen heb ik wel een traantje gelaten. Wat me trouwens bij zo’n
uitzending stoort, is dat er -terecht- uitgebreid aandacht is voor de
hulpverleners, maar niet voor de verzorgers van de overledenen. Toch is
postmortale zorg een net zo belangrijk aspect als de zorg door hulpverleners.”
(Gepubliceerd in Vakblad Uitvaart)
Gonneke Bonting| gonneke@gonnekebonting.nl |0651462002