Gronings goud

Gronings goud: zo’n jeans zit best lekker
Je kunt zeggen dat de gemeenteambtenaren in de stad Groningen binnenkort op hun afgedankte spijkerbroeken en T-shirts zitten, maar de werkelijkheid is genuanceerder. Onverkoopbaar afgedankt textiel uit de gemeente wordt teruggebracht tot garen, opnieuw geweven tot stof en gebruikt om de bureaustoelen van de gemeente te bekleden.

Dit behelst het project ‘Gronings Goud’, waarbij de gemeente drie partijen aan elkaar koppelt om een zo hoogwaardig mogelijke verwerking van textielafval te verwezenlijken.
Projectleider Carolina Vogel van de gemeente Groningen vertelt hoe het traject dat ‘Gronings Goud’ heet, begon: "Om de ambitie om vanaf 2030 al het afval honderd procent hoogwaardig te kunnen hergebruiken waar te maken, onderzoeken we per afvalstroom wat we kunnen doen om dat te bereiken. Textiel is wereldwijd de meest uit de hand lopende stroom. Het is gemakkelijk te traceren omdat we het centraal inzamelen. Die stroom namen we dan ook als eerste onder de loep.”

Passende oplossing
De route van het afgedankte textiel begint bij GoudGoed. Dat kringloopbedrijf dankt zijn naam onder meer aan het feit dat het woord ‘goud’ in het dialect ‘goed’ betekent. Op de website van de kringloop staat dat wat nog bruikbaar is, verkocht wordt in een van de kringloopwinkels. "Maar daarmee komen we niet meer weg”, zegt Fred Moll, manager kringloop bij WerkPro, waarvan GoudGoed deel uitmaakt. "Er blijft een deel over dat niet doorverkocht kan worden. Daarvoor biedt Gronings Goud een passende oplossing.”

Sorteren is cruciaal
Samen met projectleider textiel Anita van Huis laat hij zien wat er nu al gebeurt met textiel dat binnenkomt bij GoudGoed. Dat begint met sorteren. "Er is kleding die in de winkel verkocht kan worden”, zegt Van Huis en ze noemt ook de onbeschadigde kleding die GoudGoed niet kan verkopen maar die nog wel gewild is in andere landen, bijvoorbeeld doordat het verkleurd is.
"Dan is er de kleding die plaatselijk is beschadigd of versleten en voor een deel nog prima te gebruiken. Die kleren gaan naar ons eigen atelier.” Dat atelier biedt kleurrijke oplossingen. Medewerkers van GoudGoed verwijderen uit de grove textiel - dat is de partij die niet verkocht kan worden – alle fracties. Fracties zijn stukken stof met ritsen, vlekken en andere onrechtmatigheden. Van de rest maken ze verschillende producten, die ook in de winkel worden verkocht.

Meubels bekleden kan ook
Het atelier hangt vol kleurrijke tassen, etuis, kussens, poefjes en andere artikelen die door medewerkers zijn ontworpen en gemaakt. Alles is genaaid van stof, leer of tot vilt verwerkte stofresten en veelal voorzien van het logo met de naam ‘Nais’. Het woord ‘nais’ staat niet alleen voor het Engelse ‘nice’, maar ook voor ‘nieuws’ in het Gronings. Het atelier werkt ook op bestelling, bijvoorbeeld voor het opnieuw bekleden van meubels.
In de hoek van het magazijn van GoudGoed staan stapels enorme balen textiel die alle eerdere afslagen hebben gemist. "We weten dat dergelijke partijen wel naar landen als Ghana gaan en daar de stranden vervuilen”, zegt Moll. "Maar daaraan willen we ons absoluut niet verbinden. Het is schaamte verwekkend.”
De balen textielafval bleven dan ook opgeslagen tot zich een oplossing zou aandienen.

Niet praten maar doen
Intussen deden zich elders nieuwe ontwikkelingen voor op het gebied van duurzaamheid en textiel. Zo startte Anita de Wit in 2014 in Amsterdam haar bedrijf ReBlend. De Wit, econoom, jarenlang werkzaam als veranderingsconsultant en gericht op duurzaam ondernemen, vindt dat de verduurzaming in Nederland veel te langzaam op gang komt. "Elk bedrijf heeft een duurzaamheidsagenda”, verzucht ze. "Er wordt veel gepraat en bedacht, maar voordat er daadwerkelijk iets gebeurt … Ik vond het vooral vermoeiend en frustrerend en besloot zelf een keten op te zetten.”
Ze heeft duidelijk voor ogen wat er moet gebeuren om zoiets van de grond te krijgen. "Eerder was ik betrokken bij de oprichting van De Groene Zaak. Dat is de organisatie die, later samen met MVO Nederland, toewerkt naar een circulaire economie. Daardoor had ik een netwerkje, wat absoluut noodzakelijk is om verder te komen. Om concreet aan verduurzaming te werken, moet je ergens beginnen. Ik heb altijd wel iets gehad met mode en kleding. Ik houd van mooie stoffen. Vandaar mijn keuze voor textiel.”

Op zoek naar betere technologie
De Wit zoekt voor elk project de samenwerking met partijen om gezamenlijk een hele keten kunnen vormen. "We wachten nog op de betere technologie om bepaalde vezels te kunnen maken, zoals voor bijvoorbeeld dunnere stoffen”, zegt ze. "Die is nu nog alleen in laboratoriumomgeving beschikbaar. Maar alle onderdelen zijn er nu ook nu al. Het is het puzzelen om de juiste combinaties van materiaal en toepassing te vinden. Het spinnen gebeurt nu nog in het buitenland, maar willen we uiteindelijk ook naar Nederland halen.”

Duurzame relatie
De gemeente Groningen koppelde ReBlend aan GoudGoed en het project Gronings Goud was ontstaan. Resterend textielafval werd de grondstof voor garen om meubelstof van de weven. De gemeente sloot met de Hoogeveense kantoor- en projectmeubelfabrikant Vepa een tienjarig contract om met de stof de kantoorstoelen van de gemeente opnieuw te bekleden. Carolina Vogel: "We kozen bewust voor een langdurig contract om echt een partnerschap te ontwikkelen en veel te leren over hoe we onze meubels circulair kunnen inkopen. Het contract bevat experimenteerruimte waar we beide partijen van kunnen leren.”

Blaren op de handen
En geëxperimenteerd wordt er. Toen het project van start ging, kocht Van Huis een aantal stofscharen en de medewerkers van GoudGoed begonnen enthousiast de goede delen stof uit de kleding te knippen. "Na een week waren de scharen stomp en onze handen vol blaren”, vertelt Van Huis. "We hebben meteen elektrische snijmachines aangeschaft. Dat werkt veel prettiger.”
"Het scheelt een heleboel tijd”, vult De Wit aan. "En is nog mindfull ook.”
De initiatiefnemers hebben nog een wens. Het garen dat nu nog in het buitenland wordt gesponnen, willen ze in Groningen maken. "Ooit floreerde in Groningen de textielindustrie”, memoreert Vogel. "Maar langzamerhand verdwenen veel van de werkzaamheden naar het buitenland. Samen met kenniscentra in de gemeente kijken we wat er mogelijk is om nu hier weer te gaan uitvoeren. Een mbo-school heeft al laten weten te willen investeren in een schredder- en een spinmachine.” 
Het blijft niet alleen bij textiel. Vogel: "Op dezelfde manier aan de slag met andere grondstoffen, zoals hout. Het begint met het nemen van initiatief en we hopen dat bedrijven het vervolgens oppakken en dat er meer afnemers komen.”

 

[Gepubliceerd in Recycling Magazine Benelux]

Gonneke Bonting| gonneke@gonnekebonting.nl |0651462002